Leer Debora beter kennen
Een kijkje in haar wereld.

Badmintonster Debora Jille is 20 jaar oud, al vanaf haar 13e is ze regelmatig #OpPapendal te vinden. Inmiddels woont ze ook in Arnhem en doet ze er alles aan om ooit op die Olympische Spelen om de medailles te kunnen strijden.
Ik ben begonnen met badminton…
“Toen ik 6 of 7 jaar oud was. Mijn moeder is van Tsjechische afkomst en zij heeft in Tsjechië altijd gebadmintond. Net als mijn broers zat ik eigenlijk op tennis, maar door onze moeder gingen we daarnaast allemaal op badminton. Toen ik een keer mee ging naar de zaal om een paar keer te slaan, zei de trainer dat ik dat wel aardig deed en hij vroeg of ik mee wilde trainen met de groep. Zo ben ik er een beetje ingerold. Uiteindelijk moest ik een keuze maken tussen tennis en badminton. Ik heb voor badminton gekozen en het racket nooit meer losgelaten.”
Mijn inspiratie haal ik uit…
“Allereerst uit mezelf. Ik wil het beste uit mezelf halen, op en naast de baan. Ik vind badminton echt de aller tofste sport en wil gewoon bij de top van de wereld horen. Hoe gaaf is het om iedere dag te kunnen doen wat je het liefste doet? En daarnaast haal ik ook inspiratie uit anderen, bijvoorbeeld Roger Federer want dat is wel echt een idool van mij. Ik kan uren naar zijn spel kijken. Wat hij heeft behaald in zijn carrière vind ik echt ongelooflijk en onbeschrijflijk.”
De eerste keer dat ik een racket vasthield…
“Kan ik me eigenlijk niet meer herinneren. Het moet in Amersfoort geweest zijn want daar trainden mijn broers toen al. Ik zat op tennis dus ik kon die slag met het racket eigenlijk al wel maken. Het voelde heel natuurlijk voor mij. Ik denk dat ik sowieso wel aanleg heb voor sport, want ik ben handig met mijn handen en voeten. Als kind had ik al heel veel energie en bij tennis stond ik wat vaker stil of dan moest je de ballen weer oprapen, bij badminton spring en ren je de hele tijd, dus daar kan ik veel beter mijn energie in kwijt.”
De moeilijkste beslissing vond ik…
“Toen ik de beslissing moest maken om naar Den Haag te verhuizen. Ik was 14 jaar en er was een tijdje geen programma voor badminton #OpPapendal. Ik verhuisde toen van Houten naar Den Haag, omdat ik daar elke ochtend vroeg moest trainen. Het eerste jaar heb ik in een gastgezin gewoond, helaas liep dat niet helemaal lekker. In het tweede jaar heb ik thuis gewoond, in Houten. Dat heb ik gecombineerd met slapen bij badmintonners die wel in Den Haag woonden. Ik vond het heel lastig om te verhuizen van een dorp naar een stad maar ook om op een nieuwe middelbare school te komen. Dat was een hele stap, zeker als je net begint met puberen haha. Gelukkig kende ik mijn trainingsmaatjes en de trainers wel gewoon. Ik heb in Den Haag wel wat mindere periodes gehad, maar het heeft er ook toe geleid dat ik nu hier zit dus dat is positief.”


De belangrijkste personen in mijn leven zijn…
“Absoluut mijn ouders. Zonder hen had ik nooit de mogelijkheid gehad om überhaupt hier te trainen. Zij hebben mij in alles ondersteund, bijvoorbeeld in school, sport en huisvesting. Ik spreek het waarschijnlijk niet al te vaak naar ze uit, maar zonder hen was ik echt nergens. Ook mijn broers zijn belangrijk voor mij. Zonder hen was ik waarschijnlijk nooit begonnen met topsport. Ik zie Ruben elke dag en wij zijn ook vaak samen op toernooi geweest. Ik denk dat dat er wel voor heeft gezorgd dat we dichter naar elkaar zijn toegegroeid, dat vind ik heel bijzonder. Mijn oudste broer heeft vanaf zijn 16e gestudeerd in het buitenland en woont nu in Brussel. Ik denk dat wij, als gezin, het meer waarderen als we samenzijn, omdat het bij ons zelden voorkomt.”
Door topsport voel ik mij…
“Zelfverzekerd. Ik ben eigenlijk heel introvert, maar als ik op de baan sta ben ik een zelfverzekerd persoon die de tegenstander gewoon zo dik mogelijk wil inmaken. Zoiets zou ik overigens nooit echt tegen iemand zeggen haha.”
Als ik geen topsporter was geweest dan…
“Ik kan me dat heel lastig voorstellen want ik denk dat als ik geen badminton had gedaan, ik had getennist. Ik hou wel heel erg van muziek, dus ik denk dat ik dan iets meer met muziek had gedaan. Als ik een studie zou moeten kiezen, dan lijkt me een studie over verschillende culturen en talen wel heel interessant.”
Mijn droom is…
“Om op de Olympische Spelen in 2024 of 2028 een medaille te halen. Dat is wel mijn ultieme droom. Het liefst natuurlijk goud, maar als we even heel realistisch zijn is een medaille halen al heel wat voor een badmintonner op de Spelen, dus we gaan gewoon voor een medaille.”
Wat ik anderen wil meegeven is…
“Heel cliché, maar zorg ervoor dat je altijd plezier hebt in wat je doet. Op een gegeven moment heb ik het plezier wel een beetje gemist in badminton en toen ben ik er wel achter gekomen dat je echt een beetje egoïstisch moet zijn in topsport. Als je het niet trekt, dan heeft het geen zin om een masker op te zetten voor anderen. Daar word je zelf niet beter van en zij worden er ook niet beter van. Als je geen plezier meer hebt in wat je doet, dan doe je iets wat niet voor jou is weggelegd.”

