Duik in het leven van deze sporter.
Lees het verhaal van Noah en laat je inspireren.

Volleybaltalent Noah van Dam (19) uit Houten traint 6 dagen per week #OpPapendal. Volleybal is zijn lust en zijn leven. Als spelverdeler verovert hij met Talentteam Papendal de Eredivisie en komt hij uit voor Jong Oranje.
Ik ben begonnen met volleybal…
“Toen ik 7 jaar was. Ik ging op vakantie naar Italië en op de camping stond een ander gezin met een jongen die volleybalde. De hele vakantie hebben we samen gevolleybald en uiteindelijk zei die jongen tegen mij dat ik maar eens moest gaan kijken bij volleybalvereniging Taurus in Houten. Daar ben ik begonnen. Die jongen is trouwens Just Dronkers, de huidige libero van het nationaal team. Super leuk, want ik kom hem in de zomer nog wel eens tegen op Papendal.”
Mijn beste eigenschap voor het bedrijven van topsport is…
“Communiceren binnen het team. Ik ben spelverdeler, dus het hoort ook wel bij mijn rol. Ik neem snel de leidersrol op me en zet mensen op hun plek. Communiceren heb je natuurlijk binnen het volleybal nodig, maar ook buiten het volleybal. Je moet ontzettend veel randzaken regelen en dat gaat me allemaal prima af.”
Als ik niet had gevolleybald dan…
“Stond ik nu waarschijnlijk op het voetbalveld, dan was ik keeper geworden. Tijdens schoolvoetbal was ik altijd de keeper, dat vond ik het mooiste wat er was. Vroeger was profvoetballer worden ook stiekem een kleine droom. Totdat ik volleybal ontdekte. Uiteindelijk denk ik ook wel dat ik meer talent heb voor volleybal dan voor voetbal.”


Mijn grote voorbeeld is…
“Bruno Rezende, de spelverdeler van het Braziliaans nationaal team. Hij heeft al zoveel gewonnen, met als hoogtepunt natuurlijk goud op de Olympische spelen. Bruno is echt een van de beste spelverdelers van de wereld.”
Ik baal ervan dat…
“We de halve finale verloren op het EK in de zomer van 2018. We verloren 3-1 van Rusland en werden dat toernooi uiteindelijk vierde maar er waren echt veel kansen tegen Rusland. Achteraf is het een mooie vierde plek, een prima prestatie. Maar op dat moment baal je er echt van. Je zit bij de final four en je maakt kans op een medaille. Dan ben je natuurlijk gretig en wil je de finale halen. Als je dan verliest… dat is gewoon heel zuur.”
Ik twijfel soms aan…
“Mijn knie. Ik heb in 2017 mijn kruisband afgescheurd, dat was het jaar voor het EK. Ik twijfelde heel erg of ik het toernooi wel zou halen en hoe ik uit de blessure zou komen. Uiteindelijk was ik wel op tijd hersteld, gelukkig. Soms heb ik nog wel wat last van mijn knie en dan speelt de twijfel weer even op. De laatste tijd gaat het goed, maar het blijft een onzekerheid die we met het medisch team onder controle houden.”
Mijn meest dierbare herinnering is…
“De vakantie in Israël met het hele gezin, twee jaar geleden. Dat was een erg mooie vakantie. Mijn vader werd een aantal maanden ervoor ongeneeslijk ziek verklaard. Ik woonde toen al op Papendal, dus mijn ouders kwamen naar Arnhem om het me te vertellen. Ik twijfelde heel erg of ik het jaar hier wel moest afmaken. Het was heel heftig, we wisten niet hoe agressief de kanker was en hoe lang hij nog zou leven. Twee maanden later hoorde we dat het een grote fout van het ziekenhuis was. Bij een nader onderzoek konden de doktoren niets van de ziekte vinden. Uiteindelijk werd hij gezond verklaard. Heel bizar. Daarna zijn we met het hele gezin op vakantie gegaan naar Israël, om even wat tijd met elkaar door te brengen. Dat was heel fijn. Nu gaat het gelukkig goed met hem.”
Wat mij het meest gelukkig maakt…
“Toch echt het volleyballen. Dat klinkt misschien heel cliché, maar het is echt zo. Ik geef soms rondleidingen op Papendal en mensen vragen dan waarom ik hier zes dagen in de week zit om te volleyballen. Maar ik kan vijf uur per dag doen wat ik het leukste vind: volleyballen. Daardoor blijf ik steeds gemotiveerd. Je hebt natuurlijk een droom om de top te halen, maar uiteindelijk is het bijna een uit de hand gelopen hobby.”
Mijn droom is…
“Om uiteindelijk in het nationaal team te spelen en een topclub in het buitenland te vinden. Italië, daar zou ik heel graag willen spelen. En tot slot met de heren op een Olympische Spelen staan. Dat is natuurlijk heel erg gaaf, echt mijn grote droom.”
Wat ik anderen wil meegeven…
“Je moet het helemaal zelf doen. Je kunt nog zoveel talent hebben, of denken dat je talent hebt, maar uiteindelijk gaat het werken en het doorzettingsvermogen bepalen of je het gaat halen of niet. Talent is dan maar een bijrol. Mensen die de stempel van talent krijgen gaan daar te luchtig mee om en denken dat ze er wel komen. Maar uiteindelijk gaan de harde werkers het winnen van de mensen met talent. Je moet zelf je droom achterna gaan. Heel veel mensen helpen je, maar uiteindelijk moet jij het doen.”

